• Startdatum:
  • 15 januari 2025
  • Cursusduur:
  • 1 dagdeel
  • Rechtsgebied:
  • Intellectuele eigendomsrecht
  • Soort:
  • Cursus
  • Accreditaties
  • NOVA:
  • 1

Is het werkgeversauteursrecht vastgelegd in artikel 7 van de Auteurswet in zijn huidige vorm in strijd met het Europese auteursrecht? 
Hoe zit het met art. 8 Auteurswet, artikel 3 WNR en met art. 3.29 jo. 3.8 BVIE?

Deze vragen zijn actueel en belangrijk. Peter Teunissen en Dirk Visser zullen ze bespreken, samen met Bernt Hugenholtz.

Peter Teunissen schreef er in het blad Auteursrecht recent het volgende over:

In zijn conclusie in zaak C-575/23, ECLI:EU:C:2024:923, (NAB e.a.) behandelt de advocaat-generaal Szpúnar, de relatie tussen het allocatievraagstuk en de auteurscontractenrechtelijke bepalingen (art. 18-23) van de DSM-richtlijn. De A-G concludeert dat deze bepalingen ook van toepassing zijn op gevallen waarin exploitatiebevoegdheden, via een arbeidsovereenkomst of van rechtswege, zijn overgedragen aan de werkgever.15 Zou het Hof van Justitie deze redenering volgen, dan heeft dit ook gevolgen voor het Nederlandse auteursrecht. Hoofdstuk Ia Auteurswet, dat het auteurscontractenrecht regelt, is immers uitdrukkelijk niet van toepassing op makers als bedoeld in de artikelen 7 en 8 Aw.

Hierdoor zijn de personen die het werk hebben gecreëerd, maar niet als maker zijn aangemerkt, uitgesloten van het recht op een billijke vergoeding en andere rechten die door de richtlijn zijn gegarandeerd. Hetzelfde geldt voor fictieve makers die in de praktijk een vergelijkbare positie bekleden als natuurlijke makers. Al met al lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de Auteurswet moet worden aangepast. Het is immers moeilijk te rechtvaardigen dat de natuurlijke maker de in art. 18-23 van de DSM-richtlijn gegarandeerde rechten kan worden onthouden, omdat het auteursrecht niet (van rechtswege) overgaat, maar oorspronkelijk aan de rechtspersoon is toegekend. Het ontzeggen van het recht op een passende en evenredige vergoeding, zou bovendien een inbreuk kunnen opleveren op het grondrecht op intellectuele eigendom (art. 17 lid 2 Handvest).18 Dat uit art. 18 lid 2 DSM-richtlijn volgt dat nationale wetgevers hun eigen mechanismen mogen introduceren om deze vergoeding te garanderen, doet hier niet aan af. Centraal staat het streven naar een evenwicht tussen partijen, met aandacht voor de kwetsbare positie van de werkelijke maker. Een regeling die de werk- of opdrachtgever van meet af aan als maker aanmerkt, zonder te waarborgen dat de werkelijke maker een passende en evenredige vergoeding ontvangt, is onverenigbaar met deze doelstelling.

Sluit aan bij de Leiden Law Lunches voor een uur digitale kennisdeling! Op woensdagen delen experts hun kennis over actuele onderwerpen en gebeurtenissen in verschillende specialismen van het Intellectuele Eigendomsrecht. Elke bijeenkomst verzorgt de expert een inhoudelijke inleiding waarna er ruimte is voor vragen en discussie. Blijf terwijl u geniet van uw lunch up to date over de nieuwste ontwikkelingen binnen uw rechtsgebied.

 

Waar: online (na inschrijving krijgt u toegang tot de zoomlink)
Wanneer: woensdagen van 12.00 tot 13.00 uur
Wat: actualiteiten uit het rechtsgebied Intellectuele Eigendom

Zie een inhoudelijke toelichting op deze Leiden Law Lunch onder het tab Programma!

De Leiden Law Lunch Intellectuele Eigendom wordt aangeboden in samenwerking met de VIEPA, BMM en Praktizijns Sociëteit.

Vragen of suggesties?
Met vragen en suggesties voor onderwerpen of over uw inschrijving kunt u zich wenden tot: pao@law.leidenuniv.nl

Peter Teunissen en Dirk Visser bespreken tijdens de Leiden Law Lunch IE: Werkgeversauteursrecht onder druk van vormgeving op 15 januari 2025:

 

✅ Is het werkgeversauteursrecht vastgelegd in artikel 7 van de Auteurswet in zijn huidige vorm in strijd met het Europese auteursrecht?
✅ Hoe zit het met art. 8 Auteurswet, artikel 3 WNR en met art. 3.29 jo. 3.8 BVIE?

Geïnteresseerd in meer bijeenkomsten m.b.t. Intellectueel Eigendom? Kijk ook eens naar:

 

 

Volg onze LinkedIn pagina voor de laatste updates.

Dirk Visser docent bij PAO Leiden
Docent
prof. mr. D.J.G. Visser
...


De bijeenkomst vindt online plaats. U hoeft hiervoor niets te downloaden. Na aanmelding ontvangt u een mail met de inloginstructie naar de digitale ontmoetingsruimte.

€ 79,50 per sessie (regulier tarief), vrij van btw.
€ 69,50 per sessie voor leden van de VIEPA, BMM & Praktizijns Sociëteit, vrij van btw.

Gratis deelname voor leden van de rechterlijke macht, wetenschappers en studenten ingeschreven aan een universiteit in Nederland of België.

*nb. Gratis deelnemers ontvangen geen nova punt. Andere deelnemers dienen ter verificatie de korte toetsvragen te beantwoorden, te vinden in de digitale leeromgeving.

Kantoorkorting vanaf 4 collega's van hetzelfde bedrijf
Indien 4 personen van hetzelfde bedrijf aan een bijeenkomst willen deelnemen dan mogen 2 hiervan gratis deelnemen; 2 personen schrijven zich in voor regulier tarief/korting-tarief (indien van toepassing) en de overige 2 als genodigden. Bij 6 mensen van hetzelfde kantoor mogen 3 hiervan als gratis genodigden deelnemen. Bij 8 collega's mogen 4 als gratis genodigden aansluiten en bij 10 mogen 5 als gratis genodigden deelnemen. Bij oneven aantallen bv. 5 inschrijvingen van hetzelfde kantoor zijn er 3 betalend en 2 gratis.